Nieuw logo2

De plot is één van de belangrijkste elementen bij het schrijven. Daarin bepaal je welk verhaal je gaat vertellen. De plot bepaalt meestal of je boek een succes wordt of niet. Met subplots kan je dat nog aandikken, maar aan de basis ligt een goede plot. We leggen de basisprincipes voor je uit.

Een goede plot begint met het introduceren van je personages

Het is gebruikelijk om aan het begin van de plot, je verhaallijn, maar ook personages te introduceren. Je moet de lezer nieuwsgierig maken naar wat er verder allemaal gaat gebeuren, maar ook het belangrijkste personage of personages in het verhaal brengen. Niet door ze uitvoerig te beschrijven met blauwe ogen, blonde haren en een getaande huid, maar door al een hint te geven van het karakter. Zet het personage bijvoorbeeld in een voor hem kenmerkende situatie en laat hem daarop reageren. Geen woorden, maar daden dus.

Een goede plot heeft causale verbanden

Een plot is een aaneenrijging van gebeurtenissen die het hoofdpersonage overkomen. Zorg er echter voor dat er een causaal verband bestaat tussen die gebeurtenissen. Maak dat de ene gebeurtenis de andere in beweging zet die op zijn beurt weer de trigger is voor een andere gebeurtenis. En die moeten allemaal aaneensluiten tot een afgerond verhaal.

Een goede plot heeft ontwikkelingen en conflicten nodig

Zonder conflicten heb je geen verhaal. En die conflicten kunnen van allerlei aard zijn. Het kan een moreel conflict zijn of een ontdekking, een ruzie, een moord, een aanslag, een brief uit een ver verleden, een getuige die na járen terug opduikt, een ongeval … Je kan in je boek gemakkelijk meerdere conflicten uitwerken. Door die conflicten maakt de hoofdpersoon een ontwikkeling door: hij heeft een nieuwe kijk op zaken, zit letterlijk in een andere situatie of gedraagt zich anders dan aan het begin van de plot.

Een goede plot is origineel

Niemand houdt van herkauwd materiaal. Originaliteit is dus van groot belang. Het verhaal moet van JOU zijn, niet een zwakke kopie van een bestaand verhaal. Maar let op, als je al veel gelezen hebt, dan weet je dat de meeste verhalen al eens verteld zijn en dat de meeste plots al in boeken zijn verschenen. Het is aan jou om een nieuwe uit te denken of om er je eigen draai aan te geven. Vergelijk het met muziek: er zijn duizenden nummers geschreven met de akkoorden mi, la, re maar toch worden er met die drie akkoorden nog altijd liedjes gemaakt. Daarom worden schrijvers vaak aangeraden om veel literatuur te lezen. Bijna alle ideeën zijn al eens uitgewerkt door iemand anders, elk verhaal is al eens verteld. Wel kun je met bepaalde elementen aan de slag, als je er maar een unieke en verfrissende twist aan weet te geven.

Een goede plot heeft een sterke ontknoping

Zorg altijd voor een sterk einde. Als uitgever merk ik soms dat een auteur het boek kotsbeu was en er een einde aan, heeft gebreid om er vanaf te zijn. Die manuscripten gaan altijd terug met de vraag om het einde fatsoenlijk uit te werken. Het geeft geen pas dat de held op het einde op een mum van tijd alle punten met elkaar verbindt en de oplossing vindt. De lezer zal zich bedrogen voelen. En terecht! Er zijn overigens veel eindes mogelijk: een open einde, een gelukkig einde, een slecht einde, ga zo maar door. Welk einde je ook kiest, je lezer moet tevreden zijn. De ontknoping moet kloppen en een logisch vervolg zijn op de ontwikkelingen in de plot. Tegelijkertijd moet het wel verrassen, een thriller waarin de lezer na twee hoofdstukken al kan weten wie de moordenaar is, is niet spannend.

Conclusie

Een boek is pas een écht boek dat lezers zal boeien wanneer het een sterke plot heeft. Een verhaal dat logisch in elkaar zit, met personages die geloofwaardig zijn, met causale verbanden, met verrassende ontwikkelingen in het verhaal … Zorg er dus in de eerste plaats voor dat je een goede plot hebt, vooraleer je begint te schrijven.