Kill your darlings” is het meest aangewezen én moeilijkste dat een auteur met zijn boek moet doen. Het betekent dat je heel eerlijk tegenover jezelf moet zijn als je je boek naleest en je moet afvragen of alle informatie die je in het boek zet over plaatsen, personages, gebeurtenissen, gevoelens … ook echt nodig zijn om het verhaal te stofferen en vooruit te helpen. Kan een lezer niet meer volgen zonder deze informatie, dan is ze noodzakelijk. Als hij wél nog kan volgen moet je je afvragen of het misschien wel bladvulsel is dat je in je enthousiasme schreef. Lees hieronder verder of ga naar www.vertelpuntuitgevers.be/ en download de freebie “De Magische Reis van idee tot boek”
Golf van enthousiasme beperken
Schrijven is vaak een proces dat je opneemt in een golf van enthousiasme waarbij je je pen de vrije hand geeft. Maar jouw pen is niet altijd je vriend. Soms vindt ze het zó fijn om woorden te blijven spuien, dat er een overaanbod ontstaat. Goed schrijven betekent dat je in een flow komt. Het is de kunst om die flow te beknotten, om er controle over te krijgen. Vergelijk het met autorijden. Als je in een leuke bolide rijdt met heel veel paardenkracht, is de verleiding groot om op het gaspedaal te drukken, gewoon omdat je het kan. Maar omwille van de andere weggebruikers mag het niet. In het schrijfproces zijn je lezers de andere weggebruikers. Zij zijn vaak niet gediend met die oeverloze uitweidingen omdat ze het verhaal ophouden. Het laatste wat je wil is dat een lezer denkt: “Maak toch eens voort, ik wil weten hoe het verhaal verder loopt. Tenzij je natuurlijk een literair pareltje aan het schrijven bent waarbij de taal, de zinsconstructies, het woordgebruik, de sfeerschepping … belangrijker zijn dan het verhaal. Maar geloof me, de meeste beginnende auteurs schrijven géén literatuur met een L. “Schrijven is dus schrappen”. De eerste versie van je verhaal is vrijwel nooit de beste is. Je moet herschrijven en delen deleten. Maar schrappen moet je goed doen, anders blijft er niets van je verhaal over. Hieronder vind je al enkele tips waarmee je tal van woorden kan verwijderen en zodoende je boek leesbaarder maken.
Tip 1: Kijk naar je beschrijvingen
Een van dé populaire manieren om een bladzijde te vullen zijn natuurbeschrijvingen. Het is uiteraard leuk als je weet hoe een personage woont, hoe het terrein er uitziet waarop een wezenlijke actie zich afspeelt, hoe het café er vanbinnen uitziet waar de spion de verrader ontmoet, hoe de slaapkamer is ingericht waar de protagonist verleid wordt … Het hoort erbij, je moet de lezer enkele elementen aanreiken waarmee hij zijn fantasie kan laten werken. Maar je moet die fantasie ook niet kapot beschrijven door alles in detail neer te pennen. Dat het hoogpolige tapijt versierd was met cherubijnen is leuk. Maar wat die cherubijnen allemaal dragen en welk soort trompet ze in de hand hebben en hoe donzig de vleugeltjes zijn, daar heeft een lezer weinig boodschap aan. Dat de antiheld vermoord wordt in een gemengd bos met eiken, beuken en dennenbomen is leuk voor de setting. Maar dat er in de eikenbomen maretakken zitten en dat de beukenbomen kaarsrecht tientallen meters in de lucht priemen en dat er vogelnestjes in gebouwd zijn door houtduiven die verder op een tak zitten te kirren, is misschien van het goede wat veel. Een goede tip bij zulke omschrijvingen is om het luidop voor te lezen aan een familielid. Als je de aandacht ziet wegsmelten, schrappen die boel. Op die manier kan je woorden en zinnen weglaten die enkel ballast vormen en het boek onnodig dik maken. Een ander voorbeeld: “Ze had groene ogen waarin je kon verdrinken. Zoals in een oceaan waar schuimende koppen op het strand af en aan rollen en krijsende meeuwen over het zilte water scheren.” Kan je vervangen door: “Ze had intense, zeegroene ogen.” Scheelt een pak woorden.
Tip 2: Deel niet alles wat je weet
De personages die je ontwikkelt zijn je kinderen. Je ziet ze graag en wil er van alles over delen met je lezer. Zoals een moeder vertelt over haar kinderen tegen vriendinnen. Maar je kan daarin overdrijven. De lezer is niet altijd geïnteresseerd in details over personages die aan het verhaal niets bijdragen. Ik schreef al dat gebeurtenissen uit het verleden die verklaren waarom een personage doet wat hij/zij doet, moeten geweten zijn door de lezer. Maar dat Sandra vroeger konijntjes hield, dat haar vriendinnetje verhuisde naar Brussel of dat ze graag kleedjes zag met vogeltjes op, zal je lezer worst wezen. Het is overbodige informatie.
Tip 3: Maak een dialoog wat minder waarheidsgetrouw
Schrijftaal is geen spreektaal, dus je zou kunnen overwegen om dialogen in echte spreektaal neer te schrijven. Maar dan krijg je rare constructies vol met onnodige stopwoorden die de lezer enkel irriteren. In het echt gebruiken, we ontzettend veel “euh” en “oh” en “tja” … Maar in een geschreven dialoog zijn dat pure obstakels die het lezen afremmen.Hetzelfde met het feit dat we in realiteit vaak een vraag herhalen als begin van ons antwoord. Ook dat stoort bij het lezen en is pure ballast.
Tip 4: Wees voorzichtig met zijverhalen.
Subplots zijn leuk en kunnen bijdragen aan de waarde van een boek. Maar zorg dat ze functioneel zijn. Dat op het einde die verhalen samenkomen en de lezer opheldering geven of het verhaal smeuïger maken. Losse zijverhalen die niets te maken hebben met de plot, laat je beter achterwege. Of beter nog, misschien kunnen ze dienen als inspiratie voor een volgend boek?
Conclusie
Schrijven is leuk en een boek schrijven wellicht het leukste. Maar zorg ervoor dat het ook voor de lezer plezierig is en vermijd onnodige tekst en informatie; Als je verhaal goed is, wordt de lezer erdoor gegrepen en wil hij/zij dat het vooruit gaat. Hij wil weten wat de volgende stap, ontwikkeling, gebeurtenis zal zijn. Hou hem/haar dus niet nodeloos op met overbodige informatie. Het is vaak een onplezierig, soms zelfs pijnlijk proces, maar schrappen betekent enkel dat je het boek voor je lezer beter maakt. “Kill your darlings, before they kill your book”.